F.A.Q. MULTIsignaal Verwijsindex

Samenwerken begint met jezelf tijdig zichtbaar maken!

De FAQ geeft antwoord op vragen over het gebruik van de MULTIsignaal Verwijsindex in het algemeen. Per regio of instantie kunnen de terminologie en de werkwijze echter verschillen. Enkele regio’s beschikken over eigen regionale informatie. Informeer hiernaar bij uw regionale contactpersoon.

Meer informatie over het werken met de Verwijsindex vindt u op:
www.handreikingmelden.nl

Algemeen

1. Wat is de Verwijsindex en hoe werkt het?

De Verwijsindex is een digitaal hulpmiddel, dat professionals verbindt indien ze bij dezelfde jongere (0 tot 23 jaar) of jongere met een overeenkomende ouders betrokken zijn. Door het afgeven van een signaal in de Verwijsindex weet een professional sneller of ook andere professionals betrokken zijn bij het gezin en/of jongere. Zo kunnen zij hun zorgen delen over het veilig opgroeien en het ontwikkelen van jongeren.

Door voldoende tijdig gebruik te maken van de Verwijsindex, worden de professionals eerder geïnformeerd over elkaars betrokkenheid en zodoende in staat gesteld in een vroeg stadium de samenwerking met elkaar aan te gaan. Daarbij wordt na een match ook gevraagd wie, rondom de samenwerking, de regie heeft.

Bekijk ook de informatiefilm op onze homepagina.

2. Waar is de Verwijsindex voor bedoeld?

Indien meerdere professionals tegelijkertijd betrokken zijn bij een jongere is het belangrijk dat professionals dit van elkaar weten. Op deze manier kan worden voorkomen, dat professionals langs elkaar heen werken.

Uit inspectierapporten en de evaluatie van de landelijke Verwijsindex, blijkt dat de Verwijsindex nog altijd een nuttig en handig hupmiddel is. De Verwijsindex is ontwikkeld met het doel betrokken professionals zo vroeg mogelijk met elkaar in contact te brengen om de hulp / zorg / begeleiding voor een jongere op elkaar af te stemmen. De Verwijsindex bemoeit zich nooit met uitvoering en legt geen inhoudelijke cliëntinformatie vast, maar faciliteert het proces van samenwerking.

3. Wat is de meerwaarde van het werken met de Verwijsindex?

De meerwaarde van de Verwijsindex is aangetoond. Uit onderzoeken naar de werking van de Verwijsindex is het volgende gebleken:

  • Professionals komen in contact met andere betrokken professionals waar nog geen contact mee was.
  • De Verwijsindex is het enige instrument dat domein-overstijgend professionals verbindt. Denk hierbij aan Werk & Inkomen, Onderwijs, Gezondheidszorg, Maatschappelijke ondersteuning en Veiligheid.
  • De Verwijsindex heeft een landelijke dekking, waardoor jongeren (en betrokken professionals) ook bij een verhuizing naar een andere gemeente in beeld blijven.
  • Professionals krijgen sneller zicht op andere jongeren met overeenkomende ouder(s) door middel van de gezinsfunctionaliteit.
  • Professionals geven aan dat de Verwijsindex tijdwinst oplevert in het contact en bij de coördinatie van zorg waardoor de hulpverlening sneller en beter kan worden afgestemd.
  • Voorafgaand aan het opstellen van 1 gezin 1 plan 1 regisseur, is het noodzakelijk zicht te hebben op de betrokken professionals (vanuit het verleden, het heden en in de toekomst). Middels de Verwijsindex heeft men een extra hulpmiddel in handen.

4. Wat is het verschil tussen de VIR en een lokale of regionale Verwijsindex?

De VIR is de landelijke Verwijsindex en is een afkorting voor Verwijsindex Risicojongeren. De VIR is in beheer bij het ministerie van VWS en bundelt alle signalen vanuit het hele land, zodat er een landelijke dekkend netwerk ontstaat en er matches kunnen ontstaan tussen de regionale Verwijsindexen.

Iedere gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor het inrichten en beheren van een regionale Verwijsindex. Omdat de signalen vanuit de regionale Verwijsindex automatisch doorgestuurd worden aan de landelijke Verwijsindex, kunnen er ook matches ontstaan tussen de diverse regionale Verwijsindex instrumenten.

5. Waarom werken professionals met de Verwijsindex?

Via de Verwijsindex kan een professional in contact komen met organisaties binnen en buiten het eigen netwerk (gemeente overstijgende of landelijke organisaties). Ook kan hij of zij in contact komen met organisaties waar ouders en/of de jongere niet met de professional over hebben gesproken, bedoeld of onbedoeld. Daarnaast komt de professional via de Verwijsindex ook in contact met toekomstig betrokken professionals.

6. Wat kan de Verwijsindex betekenen voor ouders?

De kern van de Verwijsindex is signaleren, verbinden en samenwerken. Met samenwerken bedoelen we samen met alle betrokken professionals én samen met ouders en/of jongere. Door open en transparant te zijn naar ouders en/of jongere, voelen zij zich juist geholpen en betrokken bij het traject. Doordat professionals al in een vroeg stadium op de hoogte zijn van elkaars betrokkenheid en met elkaar de hulpverlening afstemmen, hoeven ouders en/of jongeren niet bij iedere organisatie steeds opnieuw hetzelfde verhaal te vertellen.

Bekijk ook de informatiefilm op onze homepagina.

7. Welke informatie staat in de Verwijsindex?

In de Verwijsindex staat alleen dát er een signaal is afgegeven, nooit de reden waarom. Het signaal bevat:
• Algemene gegevens van de jongere: naam, geboortedatum, geslacht en adresgegevens
• Naam en contactgegevens van de betrokken professional.
• Begin- en einddatum van het signaal.
Zodra er een match ontstaat (een verbinding tussen betrokken professionals), wordt alleen gevraagd wie centraal aanspreekpunt is voor de jongere / het gezin en of de onderlinge afstemming heeft plaatsgevonden.

8. Welke informatie staat NIET in de Verwijsindex?

De Verwijsindex bevat geen inhoudelijke cliënt- / dossierinformatie (dit is ook niet mogelijk). De reden en onderbouwing van het signaal wordt niet aangegeven: een signaal bevat alleen DAT-informatie en geen WAT-informatie. Ook nadat de verbinding tussen professionals is gelegd (ook wel een match genoemd), wordt er geen inhoudelijk plan van aanpak in de Verwijsindex vastgelegd.

9. Wie kan bij de gegevens in de Verwijsindex?

Alleen de geautoriseerde signaleringsbevoegde professional die voor een jongere een signaal in de Verwijsindex heeft afgegeven, ziet het signaal en de matches waar hij/zij bij betrokken is. Het is niet mogelijk om, zonder jezelf bij de jongere zichtbaar te maken, in de Verwijsindex te zoeken of er andere signalen op een bepaalde jongere zijn geplaatst. De Verwijsindex is geen raadpleegsysteem.

N.B. De gemeente is wettelijk verplicht om te controleren of professionals na de match met elkaar hebben afgestemd. Hiervoor is een specifiek door de gemeente aangewezen functionaris verruimd geautoriseerd (Jeugdwet art. 7.1.3.2).

Signaal en Match

10. Wanneer signaleert een professional een jongere in de Verwijsindex?

Wanneer een professional betrokken is bij een jongere en zorgen heeft over het gezond en veilig opgroeien van deze jongere, kan de professional een signaal afgeven. Voorafgaand aan het afgeven van een signaal moet altijd een afweging plaats vinden. Let hierbij op dat de hulpvraag altijd moet gaan om multiproblematiek:

  • Is het een enkelvoudige vraag die ik alleen kan oplossen? Geen signaal
  • Is het een meervoudige vraag? Signaal!
  • Is het een enkelvoudige vraag, met achterliggende zorgen / omstandigheden? Signaal!

Op handreikingmelden.nl vind je meer informatie over het maken van de afweging.

11. Hoe lang blijft een signaal in de Verwijsindex bewaard?

Een signaal in de Verwijsindex is actief gedurende een wettelijke termijn van maximaal 2 jaar. In deze periode kan het signaal matchen met andere actieve signalen. Een professional kan na heroverweging een eerder afgegeven signaal afsluiten en daarmee inactiveren. Een inactief signaal kan niet meer matchen met andere signalen en wordt maximaal 5 jaar bewaard.

In de Jeugdwet art. 7.1.4.6 wordt in dit verband gesproken over het historisch meldingenarchief. Na een periode van 5 jaar worden de gegevens van dat signaal volledig en zonder uitzondering vernietigd. Ongeacht de status van het signaal, worden de gegevens rondom een jongere vernietigd zodra de jongere 23 jaar wordt of komt te overlijden.

12. Wat moet je doen als er na 2 jaar nog steeds betrokkenheid is en/of zorgen zijn?

Het signaal dat door de professional wordt afgegeven mag maximaal 2 jaar actief zijn en kan in die periode matchen met andere actieve signalen. Na 2 jaar maakt de professional een nieuwe afweging in hoeverre het noodzakelijk is om het signaal te verlengen. Wanneer dit gebeurt voordat het signaal inactief wordt, dan kan het verlengd worden, na die periode moet er een nieuw signaal afgegeven worden. In beide gevallen geldt wederom de doorlooptijd van maximaal twee jaar en de plicht tot informeren (over het verlengde signaal) aan de jongere en/of ouders. 

13. Kunnen alle kinderen uit één gezin met een enkele handeling worden gesignaleerd?

Het is niet mogelijk om met één handeling alle gezinsleden te signaleren. Voor iedere jongere dient (wettelijk) een afweging plaats te vinden. Vervolgens zullen ouder(s) per jongere en/of elke jongere vanaf 12 jaar afzonderlijk geïnformeerd worden. Tegelijkertijd kunnen er wel gezinsmatches ontstaan indien er bij de gesignaleerde jongere sprake is van een overeenkomende ouder (zoals bekend in het BRP).

14. Wat gebeurt er nadat een signaal in de Verwijsindex is afgegeven?

Zodra minimaal twee signalen zijn afgegeven op eenzelfde jongere ontstaat een match, dit noemen wij een cliëntmatch. Ook kan een signaal een match vormen met een signaal, dat is afgegeven voor jongeren met minimaal één overeenkomende ouder. Zo’n match noemen wij een gezinsmatch.

Na het ontstaan van een match worden de betrokken professionals genotificeerd, waarna zij contact met elkaar opnemen en de hulpvraag afstemmen. Uiteraard worden ouders en/of jongere hierbij betrokken. Voor het uitwisselen van inhoudelijke informatie over de jongere(n) tussen professionals is toestemming nodig. Professionals stemmen onderling af wie toestemming vraagt voor de uitwisseling van relevante informatie. Hoewel de Verwijsindex wel de verbinding tot stand brengt tussen professionals en samenwerking stimuleert, is de wijze waarop de samenwerking vervolgens vorm krijgt een proces waar de Verwijsindex als instrument zich niet mee bemoeit.

15. Wat doet de gezinsmatch?

De gezinsfunctionaliteit brengt professionals van elkaars betrokkenheid op de hoogte, indien er een situatie ontstaat waarbij sprake is van minimaal 2 signalen in de Verwijsindex voor jongeren met eenzelfde, in de BRP opgenomen, ouder.


Doordat samenwerking op gezinsniveau plaatsvindt, wordt de zorg in het gezin beter afgestemd. Voor de jongere en/of ouders betekent dit dat de ondersteuning gerichter kan worden ingezet. De gezinsfunctionaliteit is een belangrijke aanvulling op het 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur principe.

Privacy en wetgeving

16. Hoe zit het met privacy en de Verwijsindex?

In MULTIsignaal worden persoonsgegevens verwerkt in de zin van de AVG. Volgens Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is er, naast diverse andere redenen, sprake van rechtmatige verwerking van persoonsgegevens, indien dit plaats vindt in het kader van een wettelijke taak. De wettelijke basis voor gegevensverwerking is gesteld in de Jeugdwet artikel 7.1.4.3.

In het kader van gegevensverwerking bedoeld in dit artikel worden tevens de identificatiegegevens en contactgegevens van de meldingsbevoegde die de melding doet, verwerkt. Verder gelden uiteraard alle AVG rechten. Recht van inzage, correctie en verzet zijn via de eigen gemeente uit te voeren.

17. Wordt een signaal met ouders en/of jongere besproken?

Ja. Professionals hebben het recht om op basis van gegronde redenen jongeren te signaleren (Jeugdwet art. 7.1.4.1) én hebben daarbij een informatieplicht (Jeugdwet art. 7.1.5.1). Voor het afgeven van een signaal in de Verwijsindex heeft de professional géén toestemming nodig. De informatieplicht houdt in dat ouders en/of jongere geïnformeerd worden over; het signaal in de Verwijsindex, de reden daarvan en waar men terecht kan indien er bezwaar is.

De wijze waarop men wordt geïnformeerd is niet bij wet geregeld. Wel kunnen er door het college van B&W nadere afspraken gemaakt zijn met haar convenantpartners (de formeel toegetreden en daarmee signaleringsbevoegde organisaties). Wanneer het in alle redelijkheid niet mogelijk is om ouders en/of jongere te informeren, of het in het belang van de jongere niet wenselijk is, dan kan dit uitgesteld worden. Dit moet dan wel gemotiveerd en gedocumenteerd worden in het cliëntdossier van de professional.

18. Wie moet worden geïnformeerd over het signaal in de verwijsindex?

In de Jeugdwet art. 7.1.5.1 wordt vermeld dat er drie leeftijdscategorieën zijn als het gaat om informatieplicht:

  • De jongere 0 tot 12 jaar: alleen ouders / verzorgers
  • De jongere 12 tot 16 jaar: ouders / verzorgers en jongere. De jongere heeft vanaf 12 jaar instemmingsrecht.
  • De jongere ouder dan 16 jaar: alleen de jongere

19. Wat moet je minimaal vertellen over het signaal in de verwijsindex?

De informatieplicht aan betrokkene moet het volgende inhouden:

  • Contactgegevens van de betreffende gemeente;
  • De reden voor het bestaan van de Verwijsindex (zoals bedoeld in de Jeugdwet, artikel 7.1.2.1. lid 2);
  • De specifieke reden voor verwerking zoals bedoeld in de Jeugdwet;
  • Welke soorten organisaties het signaal kunnen ontvangen;
  • Periode van opslaan het signaal(maximaal 2 jaar en 5 jaar historisch archief);
  • Het recht op inzage, om bezwaar te maken en een klacht in te dienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens.

20. Hoe voldoe je aan de informatieplicht?

Het advies is om een mondelinge mededeling te doen aan betrokkene(n), aangevuld met schriftelijke informatie zoals een folder of een verwijzing naar informatie op de website. In een mondelinge mededeling kan je de betrokkene makkelijker precies informeren over de redenen voor het signaal en middels het verstrekken van schriftelijke informatie voldoe je aan de AVG: artikel 12, lid 1.

21. Waarom vraag je toestemming aan ouders en/of jongere?

Na het ontstaan van een match en voorafgaand aan de samenwerking, is er toestemming nodig van de jongere en/of de ouders (afhankelijk van de leeftijd van de jongere) om inhoudelijke informatie uit te mogen wisselen. Bepaald in de wet AVG: artikel 6 lid 1 sub a

Stem met de ouders / jongere af met welke partijen er wordt overlegd, welke informatie er wordt uitgewisseld en met welk doel dat gebeurt.

22. Aan wie vraag je toestemming voor het uitwisselen van informatie?

Hiervoor gelden dezelfde regels als voor de informatieplicht.

  • De jongere 0 tot 12 jaar: alleen ouders / verzorgers
  • De jongere 12 tot 16 jaar: ouders / verzorgers en jongere. De jongere heeft vanaf 12 jaar instemmingsrecht.
  • De jongere ouder dan 16 jaar: alleen de jongere

23. Hoe vraag je toestemming voor het uitwisselen van informatie?

Het advies is om mondeling toestemming te vragen aan betrokkene(n), eventueel aangevuld met schriftelijke informatie zoals een folder of een verwijzing naar informatie op de website. In een gesprek kan je de betrokkene makkelijker informeren over de redenen voor het signaal en het belang van afstemming met andere professionals. Het gebruiken van een schriftelijk toestemmingsformulier is op grond van de AVG niet nodig. Je kunt aantonen dat toestemming van betrokkene is verkregen door hiervan een notitie te maken in je eigen dossier, een handtekening van betrokkene is niet nodig.

24. Wat doe je als jongere of ouders niet instemmen met informatieuitwisseling na een match?

Dan mogen er volgens de Jeugdwet géén gegevens worden uitgewisseld.

In uitzonderlijke gevallen kunnen de betrokken professionals zonder toestemming informatie uitwisselen en samenwerken. In zulke gevallen handelt de professional op basis van een conflict van plichten. Belangrijk is dan de afweging van de bezwaren van ouders en/of jongere tegen de noodzaak van de afgestemde hulp, zorg of bijsturing die men wil gaan verlenen of wordt verleend (en waarvoor uitwisseling van informatie nodig is). Dit kan aan de orde zijn indien er bijvoorbeeld sprake is van overmacht of een bedreigende situatie.

Wie bepaalt of er, in het belang van de jongere, sprake is van noodzaak tot samenwerking en er desnoods gebruik moet worden gemaakt van het conflict van plichten? Dat is de professional zelf. Alvorens hier direct naar te handelen, zal de professional logischerwijs deze afweging afstemmen met een directe collega en mogelijkerwijs met een leidinggevende en/of een juridische afdeling.

25. Wat houdt conflict van plichten in?

Een professional heeft het recht om op basis van gegronde redenen een jongere te signaleren. Daarnaast heeft hij of zij de plicht om ouders en/of jongeren hierover te informeren en is na een match verplicht om toestemming te vragen voor de samenwerking en daarmee de uitwisseling van relevante informatie.

Een professional kan in de knel komen met deze verplichtingen, wanneer het een situatie betreft waar de veiligheid van de jongere of anderen in gevaar komt door het bespreekbaar maken van bepaalde zorgen. In zulke gevallen zal de professional moeten beoordelen of het belang van de jongere zwaarder weegt, dan het beschermen van de privacy van de jongere en/of diens ouders. Is dit het geval? Dan kan de professional, zonder de ouders en/of de jongere te informeren, een signaal in de Verwijsindex afgeven en zonder toestemming van de ouders en/of de jongere (zo nodig met doorbreking van de geldende plicht tot geheimhouding) toch informatie uitwisselen. Deze overwegingen en keuzes dienen duidelijk te worden vastgelegd in het cliëntdossier.

26. Wanneer betreft het een conflict van plichten?

De afweging die een professional maakt, is een professionele afweging. Weegt de noodzaak tot samenwerken en het belang van de jongere zwaarder dan het recht op privacy van de jongere en/of diens ouders? Deze belangenafweging, in het geval van geheimhouding, valt doorgaans uit in het voordeel van de jongere. Bij twijfel kan de professional zichzelf, naast collegiale consultatie, de volgende vragen stellen:

  1. Heb ik er alles aan gedaan om toestemming van de ouders en/of jongere te verkrijgen?
  2. Weegt het gevaar voor de jongere, dat ik met het uitwisselen van informatie hoop af te wenden, op tegen het belang dat de jongere of de ouders hebben bij geheimhouding?

Indien de professional deze vragen met ‘JA’ beantwoordt, dan is sprake van overmacht en mag men op basis van een conflict van plichten zonder toestemming, de voor de samenwerking relevante informatie, onderling uitwisselen. Stel de betrokken professionals altijd van deze afweging op de hoogte. Ga zorgvuldig om met dergelijke situaties, pas collegiale consultatie toe en leg de beweegredenen vast in het cliëntdossier. Tevens moet worden overwogen om, naast het afgeven van een signaal in de Verwijsindex, ook andere stappen te overwegen, zoals een melding bij Veilig Thuis.

27. Hoe zit het met informeren en toestemming vragen indien ouders van mening verschillen?

Zijn de ouders gehuwd of samenwonend, dan mag er vanuit worden gegaan dat de toestemming van de ene ouder ook de toestemming van de andere ouder betekent. Als beide ouders het gezag hebben, wordt er van ze geacht dat ze elkaar informeren. Dit geldt ook als ze gescheiden zijn.

Zijn de ouders gescheiden en hebben beide ouders het gezag, dan is informeren én de toestemming voor uitwisseling van informatie van beide ouders benodigd. Indien één van de ouders niet kan worden bereikt en er alles aan gedaan is om te informeren (afgeven signaal) of de benodigde toestemming (na de match) te verkrijgen, dan moet dit geen belemmering zijn om te handelen. Het is belangrijk dat de professional vastlegt wat er is gedaan om met de ouder(s) in contact te komen.

Mocht een van de ouders geen gezag meer hebben, dan nog heeft deze ouder slechts op verzoek recht op informatie.

28. Is een melding bij Veilig Thuis hetzelfde als een signaal in de Verwijsindex?

Nee. Een melding bij Veilig Thuis heeft een ander doel dan signaleren in de Verwijsindex. De Verwijsindex en de Meldcode kunnen worden beschouwd als aanvulling op elkaar.

Een melding bij Veilig Thuis verloopt volgens het stappenplan van de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Het primaire doel van de Meldcode is tijdig te handelen bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling. De afweging om ook een signaal af te geven in de Verwijsindex, is onderdeel van de Meldcode.

Het doel van de Verwijsindex is om de bij de jongere(n) betrokken professionals vroegtijdig te verbinden, waarna men (waar mogelijk) samen met de jongere en/of het gezin de hulp, zorg of ondersteuning goed op elkaar afstemt.

29. Bezwaar met de komst van de wet AVG

Het recht om bezwaar te maken is gewijzigd met de komst van de AVG. In de WBP kon voorheen ‘verzet’ worden aangetekend op grond van bijzondere persoonlijke omstandigheden (artikel 40). Dit is anders dan het recht op bezwaar  , waarin staat dat er bezwaar kan worden gemaakt op grond van ‘met een specifieke situatie verband houdende reden’. Deze reden moet zwaarder wegen dan de dwingende gerechtvaardigde gronden voor verwerking, die gebaseerd zijn op een belangenafweging volgend uit artikel 7.1.4.1 van de Jeugdwet.

In de AVG staat dat verwerking van persoonsgegevens ‘onmiddellijk’ moeten worden gestaakt in het geval van een bezwaar. In de praktijk zou dit betekenen dat het signaal direct inactief moet worden gemaakt in afwachting van de beslissing op het bezwaar. Het ministerie van VWS schrijft voor dat het signaal als actief signaal kan blijven staan totdat er een beslissing op bezwaar is gekomen vanuit het college. Dit, omdat de gegevensverwerking is gebaseerd op de zwaarwegende belangen van de jongere.

30. Hoe kunnen ouders en/of jongeren bezwaar maken als ze het niet eens zijn met het signaal in de Verwijsindex?

A. Bezwaar uiten bij professional

Ouders en/of jongeren kunnen hun bezwaren tegen het signaal in de verwijsindex in eerste instantie kenbaar maken bij de professional die het signaal heeft afgegeven. De professional hoort het bezwaar van de ouders / jongere aan, legt de doelstelling van de Verwijsindex nogmaals uit en informeert over de achterliggende reden van het signaal welke gebaseerd is op de landelijk geldende signaleringscriteria. Mocht het bezwaar vervolgens bij de ouders en/of jongere niet zijn weggenomen, lees verder bij B.

B. Bezwaarschrift indienen bij de gemeente

Ouders en/of jongeren (afhankelijk van de leeftijd van de jongere, zie vraag 18) kunnen bezwaar maken tegen een signaal in de Verwijsindex. Dit doen ze door binnen zes weken nadat ze geïnformeerd zijn over het signaal in de Verwijsindex een bezwaarschrift in te dienen bij de gemeente waar de jongere woonachtig is. Dit bezwaar wordt op grond van artikel 17 lid 1 sub c AVG gelijk gesteld aan een verzoek tot vernietiging van persoonsgegevens.

Zodra de gemeente dit bezwaarschrift heeft ontvangen, heeft ze vier weken om een beslissing op dit bezwaar te nemen. Dit staat in het convenant tussen gemeenten en organisaties. Zie in ons modelconvenant artikel 18 lid 3. Elke gemeente is gerechtigd om het convenant naar eigen specifieke regionale verschillen aan te passen.

Om een beslissing op bezwaar te nemen, zal de gemeente contact opnemen met de professional die het signaal in de Verwijsindex heeft afgegeven.

Als de gemeente van mening is dat:

  • het signaal niet terecht is gedaan, bijvoorbeeld omdat de verkeerde jongere is gesignaleerd;
  • of constateert dat de jongere reeds 23 jaar of ouder, of overleden is,

dan kan het signaal permanent en volledig verwijderd worden uit de regionale en landelijke Verwijsindex. Degene die in de gemeente verantwoordelijk is voor de Verwijsindex krijgt vervolgens de opdracht om signalen definitief te verwijderen.

Als de gemeente van mening is dat:

  • het signaal wel terecht was op het moment van afgeven, maar nu niet meer nodig is;
  • of constateert dat er twee jaren verstreken zijn na het eerste signaal in de Verwijsindex,

dan wordt het signaal inactief gemaakt, en overgeheveld naar het historisch meldingenarchief. In dit historisch meldingenarchief blijven gegevens nog vijf jaar bewaard, overeenkomstig artikel 7.1.4.6 van de Jeugdwet. Dit, zodat signalen uit het verleden niet meteen verloren gaan, en tijdelijk zichtbaar blijven voor organisaties die later bij de jongere betrokken zijn.

Als de gemeente van mening is dat:

  • het signaal terecht is afgegeven én het bezwaar wordt dientengevolge afgewezen,

dan blijft het signaal in de Verwijsindex staan.

31. Tussen welke partijen wordt een verwerkingsovereenkomst gesloten?

De verantwoordelijke ten aanzien van het gebruik van de Verwijsindex is de gemeente (Jeugdwet, art.7.1.2.2, 3e lid). Dus niet de organisatie die signaleringsbevoegd is. Alle colleges van B&W van gemeenten hebben door middel van een samenwerkingsconvenant (zoals bedoeld in de Jeugdwet, art.7.1.3.1.,2e lid) met alle convenantpartijen heldere afspraken gemaakt over de wijze waarop de Verwijsindex gebruikt wordt. De gemeente is en blijft altijd zelf verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens in de Verwijsindex. Hierover hoeven geen aanvullende afspraken gemaakt te worden met aangesloten organisaties, deze staan immers in het convenant. Dus ook niet in het kader van de AVG.

MULTIsignaal is de leverancier van de Verwijsindex en daarmee de verwerker. Zij heeft met alle gemeenten een Service Level Agreement afgesloten, en een nieuwe verwerkersovereenkomst die voldoet aan de AVG. Elke gemeente tekent zelf de nieuwe verwerkersovereenkomst met MULTIsignaal.

Kortom, voor organisaties is er dus op dit moment geen uitstaande actie. Met betrekking tot het gebruik van de Verwijsindex verandert de AVG niets. Kijk voor meer informatie over de AVG en het gebruik van de Verwijsindex hier.

In april en mei 2018 heeft MULTIsignaal een vernieuwde verwerkersovereenkomst toegezonden aan alle gemeenten. Instanties tekenen geen verwerkersovereenkomst.

Instanties tekenen wél het convenant met de betreffende gemeente, waarin afspraken rondom de verwijsindex staan opgenomen. Het kan zijn dat gemeenten het convenant zullen aanpassen met het oog op de AVG (of dit al hebben gedaan).

Voor organisaties is er dus op dit moment geen uitstaande actie. Met betrekking tot het gebruik van de Verwijsindex verandert de AVG niets.

32. Waarom hanteert de Verwijsindex een leeftijdsgrens van 23 jaar?

Bij van de Verwijsindex wordt een leeftijdsgrens gehanteerd van 23 jaar, omdat het bereiken van de meerderjarigheidsleeftijd nog niet betekent dat een jongere dergelijke problemen niet meer zou kunnen hebben. Het gaat dus om meer dan juridisch meerderjarig zijn.

De leeftijd waarop meerderjarigheid wordt bereikt, in Nederland vastgesteld op 18 jaar. Het bereiken van de meerderjarigheidsleeftijd betekent in de praktijk helaas niet per definitie dat de noodzaak en mogelijkheid tot opvoeding voorbij is. Ouders houden immers ook niet ogenblikkelijk op met opvoeden als hun kind meerderjarig wordt.

Een belangrijke reden waarom voor de Verwijsindex is gekozen voor een leeftijdsgrens van 23 jaar, is dat die aansluit bij de doelgroep waar het Nederlandse jeugdbeleid zich op richt. Als instrument om dit jeugdbeleid te ondersteunen is het van belang om ook jongeren tussen de 18 en 23 jaar in de Verwijsindex op te nemen. Dit sluit ook aan bij de het jeugdbeleid in diverse Europese landen, waar in een aantal landen zelfs een leeftijdsgrens gehanteerd wordt van 25 jaar.

Aan deze vragenlijst kunnen geen rechten worden ontleend. 

Deze FAQ is mede mogelijk gemaakt door de Gebruikersvereniging MULTIsignaal en met dank aan de Verwijsindex Haaglanden, SISA Rotterdam en de regio FoodValley.